Juridische beroepen advocatuur



Wet & Duiding

2015

Alle teksten zijn gecoördineerd tot 23 maart 2015 (publicatiedatum Belgisch Staatsblad)

© Groep Larcier n.v., 2015 – Hoogstraat 139 – 1000 Brussel
De redactie en de uitgever van de LARCIER Wet & Duiding besteden de grootste zorg aan de publicatie van de teksten, maar zijn in geen geval gehouden tot een resultaatsverbintenis mochten bepaalde vergissingen aan hun waakzaamheid ontsnapt zijn.
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
ISBN 978-2-8044-8156-8

Larcier

Editor(s):

Edward Janssens

Voorwoord van de uitgever


De reeks Duiding van Larcier heeft een vijfjarig bestaan onder de naam Wet en Duiding gekend, maar werd vanaf september 2014 simpelweg Duiding. Dat is namelijk ook wat wij beogen: duiding geven bij een specifiek onderwerp uit het recht. Het zijn de verrijkende commentaren die van elke codex in deze reeks een bijzonder nuttig werkinstrument maken, onmisbaar voor elke specialist in zijn vakgebied. Ondertussen is er een mooi aanbod voorhanden, in bijna alle verschillende takken van het recht (zie verder voor een overzicht).

Elke Duiding staat onder de redactie van een uitmuntende equipe: verschillende auteurs onder leiding van hoogstaande editors. De auteurs zijn telkens specialisten die elk vanuit hun eigen specifieke ervaring omtrent een onderwerp uit het recht schrijven. De editors bewaken de neutraliteit en uniformiteit van het geheel en garanderen dat u een antwoord op al uw vragen zal aantreffen.

Alle Duidingen kunnen ook als een e-book verkregen worden. Daarvoor verwijzen we u graag door naar onze website: uitgeverijlarcier.larciergroup.com.

Indien u graag nog meer informatie wenst, of zelf ideeën hebt voor een nieuwe Duiding, aarzel niet contact met ons op te nemen. We luisteren graag naar uw voorstellen om onze reeks te verbeteren en nog uit te breiden.

Shanna Maertens
Adjunct-Uitgever
0478/448 323
shanna.maertens@larciergroup.com


Voorwoord van de editor


De reeks Duiding van Larcier heeft een vijfjarig bestaan onder de naam Wet en Duiding gekend, maar werd vanaf september 2014 simpelweg Duiding. Dat is namelijk ook wat wij beogen: duiding geven bij een specifiek onderwerp uit het recht. Het zijn de verrijkende commentaren die van elke codex in deze reeks een bijzonder nuttig werkinstrument maken, onmisbaar voor elke specialist in zijn vakgebied. Ondertussen is er een mooi aanbod voorhanden, in bijna alle verschillende takken van het recht (zie verder voor een overzicht).

Elke Duiding staat onder de redactie van een uitmuntende equipe: verschillende auteurs onder leiding van hoogstaande editors. De auteurs zijn telkens specialisten die elk vanuit hun eigen specifieke ervaring omtrent een onderwerp uit het recht schrijven. De editors bewaken de neutraliteit en uniformiteit van het geheel en garanderen dat u een antwoord op al uw vragen zal aantreffen.

Alle Duidingen kunnen ook als een e-book verkregen worden. Daarvoor verwijzen we u graag door naar onze website: uitgeverijlarcier.larciergroup.com.

Indien u graag nog meer informatie wenst, of zelf ideeën hebt voor een nieuwe Duiding, aarzel niet contact met ons op te nemen. We luisteren graag naar uw voorstellen om onze reeks te verbeteren en nog uit te breiden.

Shanna Maertens
Adjunct-Uitgever
0478/448 323
shanna.maertens@larciergroup.com


Voorwoord van de editor


In dit deel van Duiding werden enkele wetten opgenomen die een impact hebben op de advocaat en de uitoefening van het beroep van advocaat. Tevens werd de door de algemene vergadering van de Orde van Vlaamse Balies goedgekeurde "Codex deontologie voor advocaten" opgenomen. Enkele van deze wetten en deontologische bepalingen werden door diverse auteurs van commentaar voorzien.

Daar waar vrije beroepen vroeger vrijelijk regels uitvaardigden zonder veel tussenkomsten van wetgever en rechtspraak, is de toestand de laatste twintig jaar grondig gewijzigd.

Aldus weten we uit het Wouters-arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie (C-309/99) dat advocaten ondernemingen zijn. Hetzelfde Hof verzette zich op 5 april 2011 (C-119/09) tegen een nationale regeling die de beoefenaar van een reglementair beroep volledig verbiedt actief cliënten te werven.

De nationale rechtbanken bleven niet achterwege. In een arrest van 6 april 2011 oordeelde het Grondwettelijk Hof dat de niet-toepasselijkheid van de Marktpraktijkenwet op de beoefenaars van vrije beroepen strijdig is met het gelijkheidsbeginsel. Het Hof van Cassatie besliste in 2011 dat de passieve houding van de tuchtrechtelijk vervolgde advocaat op zich niet kan lijden tot een tuchtsanctie of een verzwaring van de sanctie, zelfs als de advocaat trouw, oprechtheid en respect verschuldigd is ten aanzien van zijn tuchtoverheden.

Ook de wetgevers kwamen tussen met o.m. de wet tot voorkoming van het gebruik van het financieel stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en de wet van 3 april 1997 betreffende oneerlijke bedingen in overeenkomsten gesloten tussen titularissen van vrije beroepen en hun cliënten. De lijst van de wettelijke en rechterlijke tussenkomsten wordt lang.

De Orde van Vlaamse Balies besliste in 2011, in uitvoering van artikel 496 Ger.W., een Codex deontologie voor advocaten op te stellen die eenheid diende te brengen in de beroepsregels van de advocaten die verdeeld waren onder de 14 Vlaamse balies. De werkgroep gelast met het uitwerken van het ontwerp was zich terdege bewust van de grenzen, aangebracht door de wetgever en de Hoven. De regelgeving leidde tot een Codex deontologie voor advocaten die in juni 2014 werd goedgekeurd. In deze Codex zijn de regels voor de advocaten opgenomen ter verzekering van de goede uitoefening van het beroep van advocaat.

Een dankwoord past hier voor alle auteurs, Frederiek Baudoncq, stafhouder Edgar Boydens, Emmanuel Casier, Alain Claes, Ellen Cockelbergh, Lieve Kenis, Marc Kips, Hugo Lamon, Gillis Lindemans, Astrid Linders, stafhouder Bernard Mailleux, Steven Marysse, vice-stafhouder Jan Meerts, Stefan Pieters, Twyla Quéva, Bart Smets, Hans Symoens, Shana Van den branden, Hans Van Espen, Stephanie Vanthienen, stafhouder Kathleen Vercraeye, Nicolaas Vinckier, Brecht Warnez, Wendy Weckhuysen en stafhouder Frans Wouters.

Het werk zou evenwel nooit zijn volbracht zonder de vriendelijke, efficiënte bijstand en medewerking van mevrouw Shanna Maertens, die met gedrevenheid de auteurs ondersteunde.

Antwerpen, 11 maart 2015

Edward Janssens

Editors


Edward Janssens

Edward Janssens is advocaat (lid van Bouteligier Janssens Groepering van Advocaten) en was van 2002 tot 2004 stafhouder van de Orde van Advocaten te Antwerpen. Van 2011 tot 2014 was hij bestuurder van de Orde van Vlaamse Balies, gelast met het Departement Deontologie. Verder was hij voorzitter van diverse commissies binnen de Antwerpse Orde van Advocaten en de Orde van Vlaamse Balies. Hij was editor van diverse werken die betrekking hadden op de deontologie van de advocaat en hij is auteur van enkele bijdragen met betrekking tot deontologie.

Auteurs


Frederiek Baudoncq

Frederiek Baudoncq is advocaat aan de balie te Leuven sinds 1998. Van 1999 tot 2005 was hij ook deeltijds assistent aan de Rechtsfaculteit van de KU Leuven in de afdeling goederen- en aansprakelijkheidsrecht. Hij is (co-)auteur van meerdere boeken en bijdragen in boeken en tijdschriftartikelen en redactielid van een drietal juridische tijdschriften. Momenteel volgt hij een opleiding tot advocaat bij het Hof van Cassatie.

Edgar Boydens

Edgar Boydens is advocaat aan de balie te Brussel sinds 1978, gewezen stafhouder van de Nederlandse Orde van Advocaten te Brussel en gewezen voorzitter van de Orde van Vlaamse Balies. Hij is docent deontologie in het kader van de beroepsopleiding voor stagiairs en is praktijklector aan de KU Leuven. Edgar Boydens maakte al heel wat publicaties in verband met deontologie van advocaten en deontologische problemen, erelonen en kosten van advocaten en in verband met professionele bewindvoering over meerderjarigen. In de dagelijkse praktijk gaat zijn voorkeur naar het nationale en internationale familierecht, maar is hij ook als bewindvoerder bijzonder actief.

Emmanuel Casier

Emmanuel Casier studeerde af aan de KU Leuven in 2011 waarop hij vervolgens de LL.M. Intellectual Property and European Competition law aan de ULg volgde (2012). In 2012 vatte hij zijn stage aan bij de balie Kortrijk met als stagemeester mr. André D'Halluin. Tegelijkertijd schoolde hij zich bij aan de Brugge Business School met de opleiding Expert Class Vennootschapsrecht. In juli 2013 maakte hij de overstap naar de balie Antwerpen waar hij tot op heden stage loopt onder het toeziend oog van mr. Bart Jacqmain bij GSJ-advocaten.

Alain Claes

Alain Claes legde zich van bij de start van zijn carrière toe op het fiscaal recht. Aanvankelijk bij de balie te Antwerpen (advocatenkantoor H. Dubois, thans Dubois Verlinden Wauman) en vanaf bij de 2001 bij de balie te Brussel (advocaat-vennoot Lontings & Partners (thans Lydian Lawyers) en daarna advocaat-vennoot DVP Law). Nu is hij advocaat-vennoot bij Sherpa Law Advocaten. Alain Claes is tevens gastdocent geweest aan de EHSAL-HUB (nu Odisee) en aan de KH Leuven. Hij is lid van de raad van de Orde van de Nederlandse Orde van Advocaten bij de balie te Brussel en lid van witwascommissies bij de Orde van Vlaamse Balies en de Council of Bars and Law Societies of Europe. Alain Claes heeft veel publicaties op zijn naam en is een veelgevraagd spreker.

Ellen Cockelbergh

Ellen Cockelbergh is advocaat bij de advocatenassociatie Frans Baert & Vennoten en lid van de Gentse balie. Zij specialiseerde zich in het burgerlijk recht en het ondernemingsrecht. Zij is tevens opgenomen op de lijst van schuldbemiddelaars.

Lieve Kenis

Lieve Kenis was vier jaar advocaat aan de Gentse balie, waarna ze gedurende drie jaar als redacteur heeft gewerkt bij Uitgeverij Vanden Broele te Brugge. Inmiddels werkt ze bijna zeven jaar als jurist bij de Orde van Vlaamse Balies op het departement deontologie waar ze zich voornamelijk bezighoudt met tucht: de werking van de tuchtraden, tuchtrechtspraak, tuchtwetgeving.

Marc Kips

Marc Kips is oprichter en partner bij CGK advocaten. Daarvoor was hij verbonden aan het kantoor Van Doosselaere Advocaten. Hij specialiseert zich in het commercieel recht, insolventierecht en het vennootschapsrecht.

Hugo Lamon

Hugo Lamon is advocaat aan de balie Hasselt (LAMON LAW) en plaatsvervangend rechter in de rechtbank van koophandel Antwerpen, afdeling Hasselt. Hij is gewezen bestuurder van de Orde van Vlaamse Balies en voormalig lid van de Hoge Raad voor de Justitie. Hij is mede-oprichter van het tijdschrift Today's lawyer en publiceert over economisch recht en deontologie. Hij is de auteur van o.m. De advocaat in de spiegel (die Keure, 2004) en De kwaaie tante justitie (die Keure, 2008) en Respectvol procederen (intersentia, 2013, met J. Colaes). Hij mengt zich ook regelmatig in het maatschappelijk debat over justitie. Een aantal van zijn columns werden gebundeld in Togapraat (Kluwer, 2013, met B. Ponet).

Gillis Lindemans

Gillis Lindemans is een doctoraatsbursaal bij het departement Economisch Recht van de KU Leuven. Gillis was eerder advocaat aan de balie van Brussel (Clifford Chance) en praktijkassistent bij het Instituut voor Gerechtelijk Recht van de KU Leuven. Hij legt zich nu toe op onderzoek in het domein van het handels- en insolventierecht, met een focus op vennootschappen en rechtspersonen. Zijn masterscriptie, waarin werd onderzocht hoe deontologische normen kunnen worden toegepast op rechtspersonen, werd bekroond met de OVB-studentenprijs van de Orde van Vlaamse Balies.

Astrid Linders

Astrid Linders vervolgde na haar bachelorstudie aan de KU Leuven haar rechtenopleiding aan de UGent waar zij in 2010 afstudeerde. Nadien volgde zij nog een masteropleiding journalistiek aan de Hogeschool Universiteit Brussel (onderscheiding - 2012). Sinds september 2012 is Astrid Linders als advocaat verbonden aan Advocatenassociatie Nelissen Grade te Leuven, waar zij zich toelegt op handels- en economisch recht en intellectuele eigendom.

Bernard Mailleux

Bernard Mailleux is sedert 1980 advocaat bij de balie van Tongeren. Hij was stafhouder van deze balie, voormalig lid van algemene vergadering van de Orde van Vlaamse Balies en van de commissie deontologie. Hij is lid van de OVB-commissie curatoren. Hij is kamervoorzitter in de Tuchtraad van Advocaten Antwerpen-Limburg. Bernard Mailleux is sedert 1981 curator bij de rechtbank van koophandel Antwerpen, afdeling Tongeren en is er tevens plaatsvervangend rechter. Hij is auteur van verschillende werken en bijdragen over insolventie en deontologie.

Steven Marysse

Steven Marysse behaalde zijn diploma in de rechten aan de UGent in 2008. Na zijn rechtenstudies was hij assistent aan de UGent verbonden aan de vakgroep burgerlijk recht bij de opleidingsonderdelen rechtsvergelijking en grondige studie van het contractenrecht. Van 2011 tot 2014 was hij advocaat aan de balie van Gent gespecialiseerd in het contracten- en ondernemingsrecht en vrijwillig medewerker aan de UGent (vakgroep burgerlijk recht). Sinds oktober 2014 werkt hij als jurist bij Eldi. Steven Marysse is tevens auteur van verschillende publicaties in het contractenrecht.

Jan Meerts

Jan Meerts is gewezen voorzitter van de Vlaamse Conferentie bij de balie te Antwerpen (2002-2003) en is momenteel lid van de raad van de Orde bij de Orde van advocaten te Antwerpen (1999-2001; 2004-2008; 2014-heden). Jan Meerts is verder gewezen secretaris van de Orde van advocaten te Antwerpen (2007-2008) en gewezen afgevaardigde bij de Orde van Vlaamse Balies (2008-2014). Thans is hij vice-stafhouder te Antwerpen (2014- heden). Jan Meerts publiceerde over het eigendomsvoorbehoud en over de boedelschulden (FARE, Kluwer), over gemeenrechtelijke huur (Kluwer), over de gerechtskosten in het bestendig handboek burgerlijk procesrecht (Kluwer), en is editor (samen met mr. E. Janssens) van het beroepsgeheim in Europese context (2002).

Stefan Pieters

Stefan Pieters behaalde het diploma van kandidaat in de rechten en het diploma van licentiaat in de rechten. Hij vatte stage aan op het kantoor van Patrick Martens, om uiteindelijk in 2000 opgenomen te worden op het tableau van de Orde van Advocaten te Brugge. Al deze tijd bleef hij werkzaam op het kantoor van Patrick Martens, met dewelke hij in 2008 een samenwerkingsverband aanging onder de benaming Partnersinlaw. Het handelsrecht en het insolventierecht zijn de bijzondere interessegebieden van Stefan Pieters, die ook op de lijst van curatoren bij de rechtbank van koophandel te Brugge staat. Daarnaast is hij ook actief in het domein van huur- en handelshuur, alsook bijzondere overeenkomsten. Hij is ook actief binnen de beroepsorganisaties van de advocatuur, was lid van de raad van de Orde van Advocaten te Brugge, is gewezen afgevaardigde in de algemene vergadering van de Orde van Vlaamse Balies en is thans bestuurder stage en permanente vorming van de Orde van Vlaamse Balies.

Twyla Quéva

Twyla Quéva studeerde af in 2012, ze behaalde een master internationaal en Europees recht aan de Vrije Universiteit Brussel. Vervolgens ging ze naar de Institut d'Etudes Européennes van de Université Libre de Bruxelles en behaalde met onderscheiding een master na master in Europees recht. Sinds oktober 2013 werkt Twyla Quéva als juriste in de studiedienst van de Orde van Vlaamse Balies, waar ze in het instaat voor handels- en economischrechtelijke aangelegenheden, ICT en privacy, ADR en alles wat internationaal en Europeesrechtelijk gerelateerd is. In het bijzonder verzekert zij een permanente wisselwerking tussen de Orde van Vlaamse Balies en de Coucil of Bars and Law Societies of Europe, die de belangen van de Europese advocaten en rechtzoekenden behartigt bij de Europese instellingen.

Bart Smets

Bart Smets behaalde een licentiaat in de rechten (KU Leuven, 1981) en aanvullend diploma in het fiscaal recht (FHS Brussel, 1984). Hij is advocaat sedert 1981 en thans advocaat-vennoot in het Limburgse Advocatenkantoor Consenso Advocaten te Genk en Tongeren, gespecialiseerd in fiscaal- en vennootschapsrecht en familiale opvolging. Sedert 1983 is hij belast met diverse onderwijsopdrachten in het fiscaal- en vennootschapsrecht aan de Hogeschool PXL te Hasselt. Bart Smets publiceerde tal van artikelen over zijn vakgebied en is tevens auteur van diverse boeken over vennootschaps- en fiscaal recht. Hij is ook een veel gevraagd spreker op seminaries en studiedagen.

Hans Symoens

Hans Symoens is advocaat bij Alfa Advocaten. Zijn praktijk is uitsluitend fiscaal gericht en bestaat overwegend uit het behandelen van fiscale geschillen. Hij is ingeschreven aan de balie te Brussel en te Antwerpen.

Shana Van den branden

Shana Van den Branden behaalde haar diploma in de rechten aan de UGent in 2011 met grote onderscheiding. Zij was gedurende twee jaar actief als advocaat-stagiair aan de balie Brussel bij het advocatenkantoor Holland Van Gijzen waar zij zich voornamelijk heeft toegelegd op het ondernemingsrecht. Op heden is zij assistent aan de Vrije Universiteit Brussel verbonden aan de afdeling privaatrecht/economisch recht en rondt zij haar specialisatie in de intellectuele eigendomsrechten aan de KU Leuven af.

Hans Van Espen

Hans Van Espen, gewezen advocaat aan de balie te Leuven, is substituut-procureur des Konings bij het parket te Leuven waar hij de sectie eigendommen leidt en het openbaar ministerie vertegenwoordigt op het hof van assisen. Hij is lid van de Adviesraad van de Magistratuur. Van Espen is tevens master in overheidsmanagement- en beleid (KU Leuven). Zijn meesterproef is in boekvorm gepubliceerd (Het menselijk kapitaal van de magistratuur - Selectie, aanwerving en vorming van magistraten). Hij is gastdocent aan de KU Leuven.

Stephanie Vanthienen

Stephanie Vanthienen is substituut-procureur des Konings bij het parket te Leuven. Voordien was zij advocaat aan de balie te Leuven met een specialisatie in strafrecht. Haar bijzondere professionele interesse gaat uit naar bijzondere strafwetgeving en cybercriminaliteit, naast organisatorische aspecten zoals een adequate doorstroming van informatie. Zij is tevens Master of European Politics and Policies (KU Leuven).

Kathleen Vercraeye

Kathleen Vercraeye is advocaat bij Nederlandse Orde van Advocaten te Brussel sinds september 1986. Ze is stafhouder van de Nederlandse Orde van Advocaten bij de balie te Brussel sinds 1 september 2014. Ze is gewezen bestuurder van de Orde van Vlaamse Balies (2005-2013) op het departement communicatie. Kathleen Vercraeye is ook docent communicatie in het kader van de beroepsopleiding voor advocaat-stagiairs. Ze heeft ook diverse aanstellingen als bewindvoerder. Ze is ook plaatsvervangend vrederechter in het eerste kanton te Anderlecht en het zesde kanton te Brussel .

Nicolaas Vinckier

Nicolaas Vinckier is advocaat te Roeselare en lid van de Raad van de Orde van de balie Kortrijk. Hij maakt deel uit van diverse commissies bij de Orde van Vlaamse Balies en de balie Kortrijk. Zo is hij ondermeer lid van de commissie stage en de commissie deontologie van de Kortrijkse balie en lid van de erkenningscommissie permanente vorming van de Orde van Vlaamse Balies.

Brecht Warnez

Brecht Warnez is als doctorandus verbonden aan de vakgroep publiekrecht van de UGent (vakgebied bestuursrecht). Hij is redactiesecretaris bij het Tijdschrift voor Gemeenterecht en zetelt in de gemeenteraad van Wingene en de politieraad van de politiezone regio Tielt. Zijn expertise bevindt zich op het domein van het recht inzake lokale besturen, inzonderheid inzake de lokale bestuurlijke politie en de verzelfstandigings- en samenwerkingsvormen.

Wendy Weckhuysen

Wendy Weckhuysen studeerde rechten aan de Universiteit Antwerpen. Na haar studies begon zij haar stage aan de balie van Antwerpen in 2002. Zij legt zich vooral toe op dossiers van burgerlijk (aansprakelijkheids)recht. Zij is auteur van verschillende artikelen over gerechtelijk recht.

Frans Wouters

Frans Wouters behaalde het diploma van licentiaat in de rechten aan de KU Leuven in 1976. Sedertdien is hij ingeschreven als advocaat aan de balie te Leuven. Van 1989 tot 2006 is hij ononderbroken lid geweest van de raad van de Orde van de Leuvense balie. Hij was stafhouder van 1 september 2002 tot 31 augustus 2004. Tevens is hij gedurende 7 jaar lid geweest van de algemene vergadering van de Orde van Vlaamse Balies. Sedert 1990 is hij plaatsvervangend politierechter te Leuven en in 2006 werd hij kamervoorzitter van de Tuchtraad voor de Nederlandstalige Ordes binnen het ressort van het hof van beroep te Brussel. Frans Wouters is beslagen in het verzekerings- en aansprakelijkheidsrecht. Hij doceerde vele jaren deze materie in het kader van de beroepsopleiding van de advocaten- stagiairs.

Gebruiksaanwijzing


Geachte lezer,

Als vertrekpunt wordt het vigerend recht opgenomen.

Toekomstige versies van artikelen worden opgenomen onder het vigerend artikel in een kleiner lettertype, voorafgegaan door een duidelijke titel.

Een uitzondering hierop vormen nieuwe artikelen die ingevoegd worden voor de toekomst. Deze kunnen niet onder een bestaand artikel geplaatst worden, en worden bijgevolg enkel opgenomen in kleine druk.

De teksten zijn verrijkt met wetshistoriek.

Volgende iconen worden gebruikt:

– Annotaties in verband met de (niet-)conformiteit met de officiële wettekst

Art.29.

- Beëindiging

1.Deze Overeenkomst blijft voor onbepaalde tijd van kracht. Elk van overeenkomstsluitende Staten kan ze echter door middel van een voorafgaande kennisgeving van ten minste zes maanden langs diplomatieke weg, vanaf het vijfde jaar dat volgt op het jaar waarin de Overeenkomst in werking is getreden, opzeggen voor het einde van een kalenderjaar.

 1

2.In dat geval zullen de bepalingen van de Overeenkomst voor de laatste maal van toepassing zijn:

a)op de bij de bron verschuldigde belastingen op inkomsten die zijn toegekend of betaalbaar gesteld ten laatste op 31december van het kalenderjaar waarin de kennisgeving van de beëindiging is gedaan;

b)op de andere belastingen geheven naar inkomsten van belastbare tijdperken die eindigen voor 31december van het kalenderjaar dat volgt op het jaar waarin de kennisgeving van de beëindiging is gedaan.

1.–Tekst conform B.S.; lees «Elk van de overeenkomstsluitende Staten» i.p.v. «Elk van overeenkomstsluitende Staten»

– Annotaties die de wetshistoriek weergeven: icoon

Art.239.

1[De Koning bepaalt de begrotings-, de financiële en de boekhoudkundige voorschriften van de gemeenten, evenals deze betreffende de nadere regels voor de uitoefening van de taken van hun rekenplichtigen.]1

 1.–Vervangen bij art.4 wet 27mei 1989, B.S., 30mei 1989

– Annotaties in verband met de inwerkingtreding: icoon

Art.16.

De juridische entiteiten bedoeld in artikel14 1[waarover de Bank de exclusieve controle bezit,]1 zijn onderworpen aan de controle van het Rekenhof.

 1.Inwerkingtreding: 1juni 2003 (art.1, lid1, 4°, K.B. 3april 2003, B.S., 29april 2003)

– Annotaties die signaleren dat bepalingen niet in extenso worden opgenomen: icoon

Art.23.

(...)

 1

 1.- Wijzigt Decr. Vl. R. 3 mei 1989 Adoptie, erkenning diensten

– Annotaties die verwijzen naar de teksten van de andere Gemeenschappen en Gewesten: icoon

Art.239.

1[De Koning bepaalt de begrotings-, de financiële en de boekhoudkundige voorschriften van de gemeenten, evenals deze betreffende de nadere regels voor de uitoefening van de taken van hun rekenplichtigen.]1

 2

 1.–Vervangen bij art.4 wet 27mei 1989, B.S., 30mei 1989

 2.–Wat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreft, luidt dit art. als volgt:

Art.239.

3[De 4[Brusselse Hoofdstedelijke Regering]4 bepaalt de begrotings-, de financiële en de boekhoudkundige voorschriften van de gemeenten, evenals deze betreffende de nadere regels voor de uitoefening van de taken van hun rekenplichtigen.]3

 3.–Vervangen bij art.4 wet 27mei 1989, B.S. 30mei 1989

 4.–Gewijzigd bij art.43 Ord. Br. Hoofdst.R. 17juli 2003, B.S. 7oktober 2003, inwerkingtreding: 1januari 2003 (art.45)

I. Wetgeving algemeen
Wet 10 oktober 1967 – Ger.W. (uittreksel art. 428–508/25, 610–611)
Wet 8 juni 1867 – Sw. (uittreksel art. 458–458bis)
Wet 3 juli 1969 – BTW-wetboek (uittreksel art. 93bis)
Org. wet 8 juli 1976 – OCMW-wet (Vlaamse versie) (uittreksel art. 37)
Org. wet 8 juli 1976 – OCMW-wet (Brusselse versie) (uittreksel art. 37)
K.B. 10 april 1992 – WIB92 (uittreksel art. 334)
Wet 11 januari 1993 – Witwassen van geld (uittreksel art. 3, 5–18, 26, 28–38, 41–44)
Decr. Vl. Parl. 15 juli 2005 – Gemeentedecreet (Vl.) (uittreksel art. 27, 41, 51, 56, 85, 110, 112, 236, 276, 278)
Decr. Vl. Parl. 19 december 2008 – OCMW-decreet (uittreksel art. 37, 50, 62, 64, 84, 109, 218)
Wetboek – Wetboek van Economisch recht, ingevoerd bij wet 28 februari 2013
Wet 10 oktober 1967 Gerechtelijk Wetboek (B.S. 31 oktober 1967)
Annotatie die de wetshistoriek weergeeft 1. Ingevoegd bij art. 1 wet 10 oktober 1967, B.S., 31 oktober 1967
Tweede deel - Rechterlijke organisatie
Boek III - Balie
Titel I - 1[Algemene bepalingen]1
Annotatie die de wetshistoriek weergeeft 1. Opschrift vervangen bij art. 1 wet 2 juli 1975, B.S., 17 juli 1975
Hoofdstuk I - Advocaten
Art. 428.
1[2[Niemand kan de titel van advocaat voeren of het beroep van advocaat uitoefenen indien hij geen Belg of onderdaan van een Lid-Staat van de Europese Unie is, niet in het bezit is van het diploma van doctor of licentiaat in de rechten, niet de eed heeft afgelegd bedoeld in artikel 429 en niet is ingeschreven op het tableau van de Orde of op de lijst van de stagiairs.]2
Er kan afgeweken worden van de voorwaarde van nationaliteit in de gevallen die de Koning bepaalt op advies van de 3[Orde van Vlaamse balies en de Ordre des barreaux francophones et germanophone]3.
Behoudens de afwijkingen die de wet vaststelt, mag geen nadere bepaling aan de titel van advocaat worden toegevoegd.]1
Annotatie die de wetshistoriek weergeeft 1. – Vervangen bij art. 2 wet 2 juli 1975, B.S., 17 juli 1975
Annotatie die de wetshistoriek weergeeft 2. – Lid 1 vervangen bij art. 2 wet 22 november 2001, B.S., 20 december 2001
Annotatie die de wetshistoriek weergeeft 3. – Lid 2 gewijzigd bij art. 2 wet 4 juli 2001, B.S., 25 juli 2001, inwerkingtreding: 1 mei 2002 (art. 18, lid 2)
1[Art. 428bis.
Kunnen bovendien de titel van advocaat voeren en het beroep uitoefenen, de onderdanen van een Lid-Staat van de Europese Unie die voldoen aan de hiernavolgende voorwaarden:
1° houder zijn van een diploma, getuigschrift of andere titel 2[bedoeld in de Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties]2, en waaruit blijkt dat de houder de vereiste kwalificaties bezit om in een Lid-Staat van de Europese Unie tot het beroep van advocaat te worden toegelaten;
2° de overlegging van:
a) een bewijs van goed zedelijk gedrag;
b) en een getuigschrift waaruit blijkt dat gegadigde nooit failliet is gegaan;
c) alsmede een getuigschrift waaruit blijkt dat de gegadigde nooit handelingen heeft verricht die aanleiding kunnen geven tot opschorting of verbod van de uitoefening van het beroep van advocaat, zijnde een ernstige fout bij de uitoefening van het beroep van advocaat of een misdrijf;
d) 3[de lijst van de onderwerpen waarover de gegadigde is ondervraagd teneinde zijn diploma, getuigschrift of een andere in 1° bedoelde titel te behalen, evenals het bewijs van eventuele beroepservaring;]3
3° voldaan hebben aan een bekwaamheidsproef, georganiseerd door 4[de Orde van Vlaamse balies respectievelijk de Ordre des barreaux francophones et germanophone, naargelang de balie waar zij om hun inschrijving verzoeken]4, wanneer de ontvangen opleiding verband houdt met vakgebieden welke wezenlijk verschillen van die waarop het Belgische diploma van licentiaat in de rechten betrekking heeft 4[, tenzij de kennis die de betrokkene heeft verworven tijdens zijn beroepservaring van dien aard is dat ze deze wezenlijke verschillen geheel of gedeeltelijk ondervangen.]4
5[Onverminderd artikel 428nonies zijn de gegadigden die aan de voorafgaande voorwaarden hebben voldaan, gemachtigd de eed van advocaat af te leggen. Zij worden vrijgesteld van de stageverplichtingen die door het Belgisch recht worden opgelegd en kunnen om hun inschrijving op het tableau van de Orde verzoeken op voorwaarde dat zij in een Lid-Staat van de Europese Unie een stage hebben volbracht die de inschrijving aan een balie van die Staat mogelijk maakt. Zij worden eveneens van de stageverplichtingen vrijgesteld indien het recht van de Staat waar het diploma is behaald of de Staat waarvan de gegadigde onderdaan is, deze verplichtingen niet oplegt. In de andere gevallen wordt aan de gegadigden die aan genoemde voorwaarden hebben voldaan toegelaten de eed van advocaat af te leggen en om hun inschrijving op de lijst van de stagiairs te verzoeken, onverminderd artikel 428nonies. Zij zijn onderworpen aan alle stageverplichtingen, zoals die voortvloeien uit de wet, uit de reglementen van de 5[Orde van Vlaamse balies respectievelijk de Ordre des barreaux francophones et germanophone, naargelang de balie waar zij om hun inschrijving verzoeken]5 en uit het huishoudelijk reglement van de balie waar zij om hun inschrijving verzoeken.]5]1
Annotatie die de wetshistoriek weergeeft 1. – Ingevoegd bij art. 1 K.B. 2 mei 1996, B.S., 15 mei 1996, bekrachtigd bij art. 2 wet 15 mei 1998, B.S., 8 juli 1998, inwerkingtreding: 1 augustus 1996 (art. 10)
Annotatie die de wetshistoriek weergeeft 2. – Lid 1, 1°, gewijzigd bij art. 51 wet 10 april 2014, B.S. 10 juni 2014, inwerkingtreding: 10 juni 2014 (art. 56)
Annotatie die de wetshistoriek weergeeft 3. – Lid 1, 2°, d), vervangen bij art. 11, 1°, wet 27 december 2004, B.S. 31 december 2004
Annotatie die de wetshistoriek weergeeft 4. – Lid 1, 3°, gewijzigd bij art. 3, 1°, wet 4 juli 2001, B.S., 25 juli 2001, inwerkingtreding: 1 mei 2002 (art. 18, lid 2); aangevuld bij art. 11, 2°, wet 27 december 2004, B.S. 31 december 2004
Annotatie die de wetshistoriek weergeeft 5. – Lid 2 vervangen bij art. 1 K.B. 27 maart 1998, B.S., 12 mei 1998, bekrachtigd bij art. 2 wet 15 mei 1998, B.S., 8 juli 1998, inwerkingtreding: 12 mei 1998 (art. 2); gewijzigd bij art. 3, 2°, wet 4 juli 2001, B.S., 25 juli 2001, inwerkingtreding: 1 mei 2002 (art. 18, lid 2)
1[Art. 428ter.
§ 1. De 2[Orde van Vlaamse balies respectievelijk de Ordre des barreaux francophones et germanophone, naargelang van de balie waar om inschrijving wordt verzocht, zijn de autoriteiten]2 bevoegd om:
1° de aanvragen te ontvangen;
2° te onderzoeken of de gegadigde beantwoordt aan de voorwaarden om tot de bekwaamheidsproef te worden toegelaten gesteld in artikel 428bis, eerste lid, 1° en 2°;
3° 3[op grond van de lijst bedoeld in artikel 428bis, eerste lid, 2°, d), en de lijst vermeld in artikel 428quater, § 2, te besluiten of de opleiding die de gegadigde heeft genoten of zijn beroepservaring betrekking heeft op vakgebieden die wezenlijk verschillen van die waarop het Belgische diploma van licentiaat of master in de rechten betrekking heeft;]3
4° kennis te geven aan de gegadigde van de beslissing over de ontvankelijkheid van zijn verzoek, en wanneer het ontvankelijk is, de gegadigde in voorkomend geval ervan kennis te geven dat hij de bekwaamheidsproef moet afleggen.
§ 2. De documenten die de gegadigde aan de 4[Orde van Vlaamse balies of de Ordre des barreaux francophones et germanophone]4 toezendt moeten:
1° zijn afgegeven door de in de Lid-Staat van hun oorsprong of herkomst bevoegde autoriteiten, namelijk de openbare overheid, de onderwijsinstellingen en de met de Belgische instellingen vergelijkbare beroepsorganisaties;
2° worden overgelegd in de vorm van hetzij het origineel, hetzij een voor eensluidend verklaard afschrift uitgereikt door deze autoriteiten.
Ingeval voornoemde documenten of een aantal ervan niet worden afgegeven in de Lid-Staat van oorsprong of van herkomst, worden zij vervangen door een attest uitgaande van deze laatste Lid-Staat waaruit blijkt dat betrokkene ter vervanging van de in het vorige lid omschreven documenten een verklaring onder ede of een plechtige verklaring heeft afgelegd. Deze eed of verklaring moet zijn afgelegd ten overstaan van een bevoegde rechterlijke of administratieve instantie of, in voorkomend geval, van een notaris of een bevoegde beroepsorganisatie van de Lid-Staat van oorsprong of van herkomst.
§ 3. Het verzoek en de documenten moeten opgesteld zijn in het Nederlands, het Frans of het Duits, of vergezeld zijn van een voor eensluidend verklaarde vertaling in één van die talen.
5[...]5
§ 4. 6[Bij de indiening van het verzoek kan van de gegadigde een inschrijvingsgeld worden gevraagd. Dit bedrag wordt betaald aan de 6[Orde van Vlaamse balies of de Ordre des barreaux francophones et germanophone]6. Het bedrag wordt door de Minister van Justitie vastgesteld. Het mag de gemiddelde kost van de behandeling van de verzoeken niet overschrijden.]6
§ 5. Wanneer het dossier onvolledig is, verwittigt de 7[Orde van Vlaamse balies of de Ordre des barreaux francophones et germanophone]7 de gegadigde binnen vijftien dagen na de ontvangst van de stukken en deelt hem mede welke documenten ontbreken.
Wanneer het dossier volledig is samengesteld verwittigt de 8[Orde van Vlaamse balies of de Ordre des barreaux francophones et germanophone]8 de gegadigde binnen vijftien dagen na de ontvangst van het laatste document.
Vervolgens gaat de Orde over tot het onderzoek van de documenten, waarbij zij nagaat of aan de vereisten bedoeld in artikel 428bis, eerste lid, 1° en 2° is voldaan.
Binnen vier maanden na overlegging van het volledige dossier geeft de 9[Orde van Vlaamse balies of de Ordre des barreaux francophones et germanophone]9 aan de gegadigde kennis van haar met redenen omklede beslissing. Wanneer de gegadigde de bekwaamheidsproef moet afleggen deelt de Orde hem mede welke van de vakken bedoeld 9[in artikel 428quater, § 2]9, in aanmerking komen.
De afwezigheid van beslissing geldt als toelating tot de bekwaamheidsproef. In dit geval bepaalt de gegadigde zelf welke vakken hij aflegt en geeft daarvan mededeling aan de 10[Orde van Vlaamse balies of de Ordre des barreaux francophones et germanophone]10. 10[...]10
§ 6. 11[De gegadigde kan hoger beroep instellen bij de commissie van beroep tegen een beslissing van onontvankelijkheid van zijn verzoek, tegen de beslissing die hem toelaat tot een bekwaamheidsproef met vakken die niet wezenlijk verschillen van de vakgebieden van zijn opleiding, of tegen een weigering van vrijstelling van de bekwaamheidsproef.]11
Het hoger beroep wordt bij ter post aangetekende brief ingesteld en wordt aan de 12[Orde van Vlaamse balies of de Ordre des barreaux francophones et germanophone]12 toegezonden binnen dertig dagen na de mededeling van de beslissing.
§ 7. 13[Er zijn twee commissies van beroep]13, een Franstalige en een Nederlandstalige.
Iedere 14[commissie van beroep]14 bestaat uit:
1° 15[een raadsheer of emeritus-raadsheer in een hof van beroep. Hij is voorzitter van de commissie;]15
2° een stafhouder of voormalig stafhouder. Hij is secretaris van de commissie;
3° een hoogleraar of een hoogleraar-emeritus in het recht aan een Belgische universiteit, die geen advocaat mag zijn.
§ 8. Wordt de gegadigde toelating tot de Duitstalige bekwaamheidsproef geweigerd, dan kan hij in het Duits hoger beroep instellen.
De voorzitter kan vorderen dat alle stukken of een gedeelte ervan worden vertaald. De kosten hiervan komen voor rekening van de gegadigde.
§ 9. 16[De magistraten en de hoogleraren die lid van 16[de hoger vermelde commissies]16 zijn worden door de Minister van Justitie aangewezen. De stafhouders of voormalig stafhouders die lid van 16[de hoger vermelde commissies]16 zijn worden door de Minister van Justitie aangewezen op voordracht van de 16[Orde van Vlaamse balies respectievelijk de Ordre des barreaux francophones et germanophone]16.]16
Ingeval het hoger beroep in het Duits wordt ingesteld, moet de stafhouder of voormalig stafhouder afkomstig zijn van de balie van Eupen.
De leden hebben elk twee plaatsvervangers die op dezelfde wijze worden aangewezen.
§ 10. 17[Tegen de beslissingen gewezen door de in § 6 bedoelde commissies van beroep kan cassatieberoep worden ingesteld overeenkomstig de bepalingen van het vierde deel, boek III, titel IVbis, van dit Wetboek.]17
Annotatie die de wetshistoriek weergeeft 1. – Ingevoegd bij art. 2 K.B. 2 mei 1996, B.S., 15 mei 1996, bekrachtigd bij art. 2 wet 15 mei 1998, B.S., 8 juli 1998, inwerkingtreding: 1 augustus 1996 (art. 10)
Annotatie die de wetshistoriek weergeeft 2. – § 1, inleidende zin, gewijzigd bij art. 4, 1°, wet 4 juli 2001, B.S., 25 juli 2001, inwerkingtreding: 1 mei 2002 (art. 18, lid 2)
Annotatie die de wetshistoriek weergeeft 3. – § 1, 3°, na wijziging, vervangen bij art. 12 wet 27 december 2004, B.S. 31 december 2004
Annotatie die de wetshistoriek weergeeft 4. – § 2, lid 1, inleidende zin, gewijzigd bij art. 4, 2°, wet 4 juli 2001, B.S., 25 juli 2001, inwerkingtreding: 1 mei 2002 (art. 18, lid 2)
Annotatie die de wetshistoriek weergeeft 5. – § 3, lid 2, opgeheven bij art. 2, b), K.B. 27 maart 1998, B.S., 12 mei 1998, bekrachtigd bij art. 2 wet 15 mei 1998, B.S., 8 juli 1998, inwerkingtreding: 12 mei 1998 (art. 9)
Annotatie die de wetshistoriek weergeeft 6. – § 4 vervangen bij art. 2, c), K.B. 27 maart 1998, B.S., 12 mei 1998, bekrachtigd bij art. 2 wet 15 mei 1998, B.S., 8 juli 1998, inwerkingtreding: 12 mei 1998 (art. 9); gewijzigd bij art. 4, 2°, wet 4 juli 2001, B.S., 25 juli 2001, inwerkingtreding: 1 mei 2002 (art. 18, lid 2)
Annotatie die de wetshistoriek weergeeft 7. – § 5, lid 1, gewijzigd bij art. 4, 2°, wet 4 juli 2001, B.S., 25 juli 2001, inwerkingtreding: 1 mei 2002 (art. 18, lid 2)
Annotatie die de wetshistoriek weergeeft 8. – § 5, lid 2, gewijzigd bij art. 4, 2°, wet 4 juli 2001, B.S., 25 juli 2001, inwerkingtreding: 1 mei 2002 (art. 18, lid 2)
Annotatie die de wetshistoriek weergeeft 9. – § 5, lid 4, gewijzigd bij art. 2, d), K.B. 27 maart 1998, B.S., 12 mei 1998, bekrachtigd bij art. 2 wet 15 mei 1998, B.S., 8 juli 1998, inwerkingtreding: 12 mei 1998 (art. 9); gewijzigd bij art. 4, 2°, wet 4 juli 2001, B.S., 25 juli 2001, inwerkingtreding: 1 mei 2002 (art. 18, lid 2)
Annotatie die de wetshistoriek weergeeft 10. – § 5, lid 5, gewijzigd bij art. 2, e), K.B. 27 maart 1998, B.S., 12 mei 1998, bekrachtigd bij art. 2 wet 15 mei 1998, B.S., 8 juli 1998, inwerkingtreding: 12 mei 1998 (art. 9); gewijzigd bij art. 4, 2°, wet 4 juli 2001, B.S., 25 juli 2001, inwerkingtreding: 1 mei 2002 (art. 18, lid 2)
Annotatie die de wetshistoriek weergeeft 11. – § 6, lid 1, vervangen bij art. 2, f), K.B. 27 maart 1998, B.S., 12 mei 1998, bekrachtigd bij art. 2 wet 15 mei 1998, B.S., 8 juli 1998, inwerkingtreding: 12 mei 1998 (art. 9)
Annotatie die de wetshistoriek weergeeft 12. – § 6, lid 2, gewijzigd bij art. 4, 2°, wet 4 juli 2001, B.S., 25 juli 2001, inwerkingtreding: 1 mei 2002 (art. 18, lid 2)
Annotatie die de wetshistoriek weergeeft 13. – § 7, lid 1, gewijzigd bij art. 4, 3°, wet 4 juli 2001, B.S., 25 juli 2001, inwerkingtreding: 1 mei 2002 (art. 18, lid 2)
Annotatie die de wetshistoriek weergeeft 14. – § 7, lid 2, inleidende zin, gewijzigd bij art. 4, 4°, wet 4 juli 2001, B.S., 25 juli 2001, inwerkingtreding: 1 mei 2002 (art. 18, lid 2)
Annotatie die de wetshistoriek weergeeft 15. – § 7, lid 2, 1°, vervangen bij art. 2, g), K.B. 27 maart 1998, B.S., 12 mei 1998, bekrachtigd bij art. 2 wet 15 mei 1998, B.S., 8 juli 1998, inwerkingtreding: 12 mei 1998 (art. 9)
Annotatie die de wetshistoriek weergeeft 16. – § 9, lid 1, vervangen bij art. 2, h), K.B. 27 maart 1998, B.S., 12 mei 1998, bekrachtigd bij art. 2 wet 15 mei 1998, B.S., 8 juli 1998, inwerkingtreding: 12 mei 1998 (art. 9); gewijzigd bij art. 4, 5°, wet 4 juli 2001, B.S., 25 juli 2001, inwerkingtreding: 1 mei 2002 (art. 18, lid 2)
Annotatie die de wetshistoriek weergeeft 17. – § 10, na wijziging, opnieuw ingevoegd bij art. 3 wet 10 april 2014, B.S. 15 mei 2014
1[Art. 428quater.
§ 1. 2[De Orde van Vlaamse balies organiseert ten behoeve van de onderdanen van de Lid-Staten van de Europese Unie de bekwaamheidsproef ingesteld bij artikel 428bis, eerste lid, 3°, in het Nederlands.]2
3[De Ordre des barreaux francophones et germanophone organiseert ten behoeve van de onderdanen van de Lid-Staten van de Europese Unie de bekwaamheidsproef ingesteld bij artikel 428bis, eerste lid, 3°, in het Frans of in het Duits.]3
De bekwaamheidsproef betreft uitsluitend de vakkennis van de gegadigde en strekt ertoe na te gaan of hij de nodige bekwaamheid bezit om in België het beroep van advocaat uit te oefenen.
4[Het examen bestaat uit een schriftelijk en een mondeling gedeelte.]4
5[De gegadigde is geslaagd voor een vak wanneer hij 60 % van de punten heeft behaald.]5
6[Niet-geslaagde gegadigden kunnen de vakken waarvoor geen 60 % van de punten is behaald, ten hoogste driemaal opnieuw afleggen, en wel tijdens de volgende drie zittijden.]6
§ 2. 7[De bekwaamheidsproef heeft betrekking op de volgende vakken:
1° schriftelijk examengedeelte:
– burgerlijk recht, daarbij inbegrepen burgerlijke rechtsvordering;
– strafrecht, daarbij inbegrepen strafvordering;
– naar keuze van de gegadigde, een van de volgende vakken: publiek recht, administratief recht, fiscaal recht, handelsrecht of sociaal recht.
2° mondeling examengedeelte:
plichtenleer en de vakken waarvoor de gegadigde in het schriftelijk examengedeelte niet is geslaagd.]7
§ 3. 8[...]89[...]910[Er worden twee examencommissies ingesteld, een Franstalige en een Nederlandstalige, die de gegadigden ondervragen en vaststellen of zij voor de bekwaamheidsproef zijn geslaagd. Elke examencommissie bestaat uit:]10
1° 11[een rechter of emeritus-rechter in een rechtbank van eerste aanleg. Hij is voorzitter van de examencommissie;]11
2° twee advocaten ingeschreven op het tableau. De laatst ingeschreven advocaat is secretaris van de examencommissie;
3° een hoogleraar of docent in het recht aan een Belgische universiteit, die geen advocaat mag zijn.
12[...]12
§ 4. De Duitstalige bekwaamheidsproef wordt afgenomen door de Franstalige 13[...]13 examencommissie.
In dat geval bestaat de examencommissie als volgt:
1° 14[een rechter of emeritus-rechter bij de rechtbank van eerste aanleg te Eupen. Hij is voorzitter van de examencommissie;]14
2° twee advocaten ingeschreven op het tableau, van wie één op het tableau van de Orde van Advocaten van het rechtsgebied Eupen. Laatstgenoemde is secretaris van de examencommissie;
3° een hoogleraar of docent in het recht aan een Belgische universiteit, die geen advocaat mag zijn.
15[...]15
§ 5. 16[De magistraten en de hoogleraren of docenten die lid van 16[de hoger vermelde commissies]16 zijn worden aangewezen door de Minister van Justitie. De advocaten die lid van de commissie zijn worden door de Minister van Justitie aangewezen op voordracht van 16[de Orde van Vlaamse balies respectievelijk de Ordre des barreaux francophones et germanophone naargelang van de commissie waarvoor zij dienen te worden aangewezen.]16]16
De leden hebben elk twee plaatsvervangers die op dezelfde wijze worden aangewezen.]1
Annotatie die de wetshistoriek weergeeft 1. – Ingevoegd bij art. 3 K.B. 2 mei 1996, B.S., 15 mei 1996, bekrachtigd bij art. 2 wet 15 mei 1998, B.S., 8 juli 1998, inwerkingtreding: 1 augustus 1996 (art. 10)
Annotatie die de wetshistoriek weergeeft 2. – § 1, lid 1, vervangen bij art. 5, 1°, wet 4 juli 2001, B.S., 25 juli 2001, inwerkingtreding: 1 mei 2002 (art. 18, lid 2)
Annotatie die de wetshistoriek weergeeft 3. – § 1, lid 2, vervangen bij art. 5, 2°, wet 4 juli 2001, B.S., 25 juli 2001, inwerkingtreding: 1 mei 2002 (art. 18, lid 2)
Annotatie die de wetshistoriek weergeeft 4. – § 1, lid 4, ingevoegd bij art. 3, a), K.B. 27 maart 1998, B.S., 12 mei 1998, bekrachtigd bij art. 2 wet 15 mei 1998, B.S., 8 juli 1998, inwerkingtreding: 12 mei 1998 (art. 9)
Annotatie die de wetshistoriek weergeeft 5. – § 1, lid 5, ingevoegd bij art. 3, a), K.B. 27 maart 1998, B.S., 12 mei 1998, bekrachtigd bij art. 2 wet 15 mei 1998, B.S., 8 juli 1998, inwerkingtreding: 12 mei 1998 (art. 9)
Annotatie die de wetshistoriek weergeeft 6. – § 1, lid 6, ingevoegd bij art. 3, a), K.B. 27 maart 1998, B.S.B.S.
 .b)B.S.B.S.
 .B.S.
 .B.S.
 .B.S.
 .c)B.S.B.S.
 .d)B.S.B.S.
 .B.S.
 .e)B.S.B.S.
 .f)B.S.B.S.
 .g)B.S.B.S.B.S.